Natuurlijk bouwen doe je met bouwmaterialen recht uit de natuur, die snel hernieuwbaar of ruim voorradig zijn. Ze zijn lokaal gewonnen en weinig bewerkt, van plantaardige of minerale oorsprong en hebben een lage tot negatieve CO2-impact.

 

Planten slaan CO2 op door fotosynthese. Die CO2 wordt opgeslagen in je muren en niet meer in de lucht. Van materialen die noodzakelijk, maar toch belastend zijn, zoals bijvoorbeeld kalk, gebruiken we zo weinig mogelijk en kiezen we de minst belastende versie, namelijk hydraatkalk. We bouwen zonder of heel erg weinig plastics, cement, beton of chemicaliën, geen platen en folies.

Wat dan wel? We gebruiken leem, stro, hennep, kalk, hout, kurk, schelpen, …

Deze materialen vormen zowel de structuur als de isolatie en afwerking van een natuurlijk gebouw, in nieuwbouw of renovatie.

 

 Een goed natuurlijk gebouw heeft een aantal specifieke fysische eigenschappen. Door een vakkundig ontwerp en een uitvoering met kennis van zaken komen de eigenschappen van een natuurlijk gebouw goed tot hun recht.

Hierdoor krijg je een gebouw met een zo goed als stabiel binnenklimaat. Dat maakt het erg aangenaam, comfortabel en gezond om in te werken en te leven.

Bovendien bouwen we low-tech: machines voor ventilatie, verwarming en koeling dienen enkel om het binnenklimaat te optimaliseren bij extremere omstandigheden en worden kleiner gedimensioneerd.

1.
De schil werkt als één geheel en heeft een erg grote dampopenheid van binnen naar buiten. De gekozen materialen zijn capillair actief en op elkaar afgestemd.


2.
De opbouw is eenvoudig en doordacht, er worden geen of erg weinig platen en folies gebruikt.


3.
De muren van het gebouw zijn opgebouwd met kalkhennep of strobalen en regelen actief je binnenklimaat: dat wordt vrijwel stabiel. Kalkhennep en strobalen kunnen ook in dak en vloer.


4.
De interactie van het gebouw met zijn omgeving is groot. De voortdurende schommeling van het vochtgehalte (binnen en buiten) en van de buitentemperatuur zijn de motor van deze low-tech binnenklimaatregeling. De R-waarde van de gebouwschil is dynamisch: het gebouw is warmer bij koude en frisser bij warmte.


5.
De kwaliteit van de binnenlucht is uitstekend.


6.
Het gebouw heeft een goede warmteweerstand, brandweerstand en akoestiek.


7.
Materialen met een grote negatieve impact zoals beton, staal, cement, plastics, … en high-tech worden enkel minimaal gebruikt wanneer er geen natuurlijke oplossing voorhanden is.

Bouwen? Natuurlijk!

Eigenlijk is natuurlijk bouwen vanzelfsprekend. Een natuurlijk gebouw is erg aangenaam, comfortabel en gezond. De impact op de omgeving is minimaal of positief zowel voor, tijdens als na het gebruik.

Voor je natuurlijk gaat bouwen, kijk je of je wel moet bouwen en of er al iets is dat je kan gebruiken. Je bouwt enkel wat nodig is en doet dat natuurlijk. Zo is ‘de mens’ niet meer nodig om het achteraf weer op te ruimen zonder schade aan het milieu.

Woonder kijkt naar de plek, het gebouw, de mensen en de natuur en stemt ze op elkaar af. We hebben de kennis, de ervaring en het netwerk om goed natuurlijk te bouwen.